Maarten is twaalf jaar als op zaterdag 31 januari 1953 een storm opsteekt. Het gebeurt wel vaker dat het hard waait, maar nu beukt de wind als een grote, onzichtbare reus tegen zijn huis. Midden in de nacht breken de dijken door, en samen met zijn ouders en zusje vlucht hij naar de zolder. Buiten drijft van alles langs: planken, stoelen en zelfs een dode man… Maarten wordt gek van het wachten en wil iets dóén. Die kans krijgt hij, maar pas dan beseft hij hoe ernstig de ramp is. Waar zijn alle huizen gebleven? Waarom hangt die vrouw in een lantaarnpaal? Wat zit er in het koffertje dat hij uit het water vist? En belangrijker nog: kan hij zijn familie op tijd redden?
Een toegankelijk geschreven historisch jeugdboek over een onderwerp dat weer actueel is na de watersnood in Limburg in 2021 en de stijgende zeespiegel. Voor dit boek heeft Marte Jongbloed veel onderzoek gedaan en overlevenden van de ramp gesproken.