'Gevangene van de tijd' begint met Maya's herinnering aan wat zich in deel een afspeelde:
"Wanneer ik wakker word, mijn ogen open en naar het plafond staar, denk ik de zoldering van Ivars schuur te zien, de plek waar ik in het stro tussen zijn slavinnen sliep. Ik ril van afschuw. Ben ik echt opnieuw in de Vikingwereld beland? Maar nee, dat is onmogelijk. Ivar is dood... Bij de herinnering aan wat ik met hem deed en hoe zijn bloed over mijn naakte lichaam spatte, knijp ik mijn ogen dicht van afschuw. Speelt de tijd een wreed spel met mij? Wie weet komt Ivar zo dadelijk naar binnen om mijn geest te breken en alsnog mijn lichaam in bezit te nemen.
Snel draai ik mijn hoofd en kijk opzij. Tot mijn onuitsprekelijke opluchting ligt daar geen hoop stro, maar iets heel wat mooiers. Een straal zonlicht vond de enige opening tussen de gordijnen en zet Arnes roodblonde haardos in een gouden gloed. Ik weet waar ik ben en slaak een zucht van verlichting. Arne en ik ontsnapten uit Ivars wereld en keerden terug naar de Magische Academie. Ik ben weer in kamer 23. Eerst was die alleen van mij. Nu is het met grote regelmaat ook Arnes kamer".