Doris Lessing geeft in vijf lezingen haar visie op de hedendaagse maatschappij. Ze benadrukt dat onder de gruwelijkheden van de recente geschiedenis een stille maar belangrijke revolutie gaande is: de relatief jonge menswetenschappen hebben een explosie van objectieve kennis over de mens opgeleverd. Lessing verbaast zich erover dat we van deze kennis zo weinig gebruik maken om de maatschappij beter in te richten. Haar positieve waardering van de menswetenschappen is opzienbarend, gezien de fundamentele kritiek die hierop de laatste decennia vanuit verschillende richtingen is uitgeoefend. Andere stellingnames, zoals een pleidooi voor democratie of individuele verantwoordelijkheid, zijn minder verrassend.