Pip wil uit huis. Ze heeft voortdurend ruzie met haar moeder, die haar elke dag weer de huid vol scheldt omdat ze gestopt is met haar opleiding. Op een mooie dag in september lijkt alles op zijn pootjes terecht te komen: Pip vindt een leuke baan én een eigen huisje. Maar dat huis is niet zo geweldig als het lijkt. Nadat Pip en haar vrienden een ouijabord hebben gebruikt, gebeuren er allemaal vreemde dingen: spullen verdwijnen of gaan kapot en er gaat zelfs iemand dood, zoals het ouijabord al had voorspeld. Pips nieuwe leven verandert in een regelrechte hel. Wie heeft het op haar voorzien? Is het iemand van haar vrienden die haar in de maling neemt? Zijn het kwade geesten? Of zijn het spoken uit haar verleden?