Voel mij geleid tot het bijhouden van een dagboek. Een soort geestelijk journaal voor het welzijn van anderen. Elk inzicht van hogerhand en iedere diepe ervaring zal in mijn dagboek lichten als een baken in de duisternis. Vandaag wil me even niets te binnen schieten. Maar goed, morgen is het zondag. Op de dag des Heren móet er iets te schrijven zijn. Toch? Christelijke satire is dun gezaaid. Grappen genoeg over de kerk en haar gelovigen, maar die komen over het algemeen meer uit frustratie voort dan uit liefde. De Engelse schrijver, verhalenverteller en “publieke idioot” Adrian Plass noemt zichzelf een gelovige relativist. De bron van zijn humor is een grote bewogenheid met de gemeente van Christus. Zijn Sacred Diary ging bijna een half miljoen keer over de toonbank. Blijkbaar hebben veel mensen behoefte aan herkenning in plaats van instant antwoorden. En blijkbaar kunnen er ook veel christenen lachen, als er op een relativerende manier wordt geschreven over de dingen die hen het diepst roeren. Scherts en ernst, de lach en de traan, zij liggen dicht bij elkaar. “Mijn schrijven kwam voort uit pijn, niet uit humor” , zegt Plass. Dat neemt niet weg dat zijn werk niet alleen een verrassende diepgang heeft, maar zich tegelijkertijd laat lezen als vermakelijke lectuur.