Een jonge Marokkaanse vrouw is twintig jaar lang als jongen opgevoed. Bij het sterfbed van haar vader, in die gewijde nacht, bevrijdt ze zich van deze vloek. Ze laat haar verleden achter en komt in huis bij een badvrouw en haar blinde broer, die haar eerste liefde wordt. Een dramatische moord op haar oom, die haar met het verleden had geconfronteerd, brengt haar in de gevangenis.