De achtjarige Ajay brengt zijn dagen spelend door in de straten van Delhi, samen met zijn grotere broer Birju. Wanneer de familie India achterlaat voor een nieuw bestaan in Amerika, verwacht Ajay een wereld van kauwgom en jetpacks. Maar in dit beloofde land van grote rijkdom en duizelingwekkende, technologische mogelijkheden wordt Ajay met wantrouwen en vijandigheid bejegend en hij moet op zijn populaire, zelfverzekerde broer vertrouwen om hem te beschermen tegen de pestkoppen uit zijn klas. Birju is de hoop van de familie, zeker wanneer hij wordt toegelaten tot een gerenommeerde school in de Bronx. Dan maakt een vreselijk ongeluk een einde aan hun gedeelde droom en de familie versplintert. Vader raakt aan de drank, moeder wordt steeds wispelturiger, en Ajay zoekt zijn toevlucht in boeken. Deze duister-komische maar ook zeer liefdevolle roman, verteld vanuit het perspectief van de jongste zoon Ajay, toont de strijd, de woede en het schuldgevoel van een gezin in een poging om bij elkaar te blijven.