Dat kan niet, dat kan niet, dat kan niet!
Ik weet niet of ik het gegild of gedacht heb. Het maakt ook niet uit, niemand kan me horen. Ik zit in een raamloze kelder van vijftien vierkante meter die is uitgegraven onder de fundamenten van een huis tussen de velden. Een oude wijnkelder met hardstenen muren, die met kurk geluiddicht is gemaakt, die geblindeerd is, en waar het altijd vijftien graden is. Misschien ideaal voor wijn, maar nu is het mijn graf. Er wonen geen mensen in de buurt. Ik ben verdwenen zonder getuigen, zonder aanwijzingen. De aarde heeft me opgeslokt, en niemand weet dat ik nog leef.
Barbara heeft een door geweld getinte jeugd gehad, maar doorgrondt nog niet werkelijk het misbruik dat ze heeft ondergaan. Ze heeft verwarrende gevoelens van haat en liefde jegens degene die haar gevangenhoudt, want hij is haar enige connectie met de buitenwereld en hij houdt haar immers in leven? Ontdaan van alles, blijkt het kleinste menselijke contact toch van waarde.
Carranza laat in Giftige woorden moeiteloos spanning en tempo in het verhaal oplopen, om met een spectaculaire finale te eindigen. De directe aanleiding voor haar om dit boek te schrijven waren de in de media uitvoerig besproken gevallen van Natascha Kampusch en Elizabeth Fritzl.
,/upload/czdb/9789056723842.jpg