Gladiatorenshows waren gruwelijk en wreed, maar mateloos populair in Rome. Vanaf de derde eeuw v.Chr. tot het begin van de vijfde eeuw n.Chr. hebben miljoenen toeschouwers zich vergaapt aan het spel met de dood in de arena. Vooral na de inwijding van het Colosseum in 80 n.Chr. waren de shows van een ongekende omvang. Keizers gebruikten de shows om hun macht over mens en dier te demonstreren. In Gladiatoren beschrijft Fik Meijer de gladiatorengevechten en alles wat daarbij hoorde. Kernpunt van het boek is een verslag van een dagvullend programma dat bestond uit drie onderdelen: in de ochtenduren vochten allerlei wilde dieren tegen elkaar of werden door gladiatoren bejaagd, tussen de middag vonden tallozen de dood in brute of kunstig opgezette executies, in de namiddag streden gladiatoren tegen elkaar op het scherpst van de snede. Speciale aandacht krijgt de vraag wat er na afloop van de voorstelling gebeurde met de talrijke lijken en kadavers. Maar er komen nog meer vragen aan de orde: Wat was de achtergrond van de gladiatoren? Welke vooruitzichten hadden zij? Hoe comfortabel zaten de toeschouwers in het Colosseum? Werden er in de arena ook zeegevechten gehouden? Hoe ging het met het Colosseum nadat de spelen waren verboden? Hoe betrouwbaar is het beeld dat door de film 'Gladiator' wordt opgeroepen? Kortom, Gladiatoren is een compleet en overzichtelijk boek over misschien wel het populairste volksvermaak in het oude Rome.