Je kunt verlangen naar een relatie met God, maar je toch ver weg en niet verbonden met Hem voelen. Alsof Hij meer een idee is waar we in ons hoofd in geloven, dan een persoon met wie we een relatie hebben. Waarom ervaren we deze kloof tussen ons en God? Zou het kunnen dat veel van wat we over God denken, niet klopt? Niet helemaal fout, maar fout genoeg dat we niet alles uit onze relatie met Hem halen? Wat als onze 'God' eigenlijk een projectie is van onze eigen identiteit, ideeën en verlangens? En wat als de echte God anders is, maar veel beter dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen? Dit boek gaat over wat God over Zichzelf zegt. In zijn kenmerkende, gemakkelijke schrijfstijl neemt Comer je regel voor regel mee door Exodus 34:6-8 — wat volgens sommige Bijbelgeleerden het meest geciteerde vers in de Bijbel, door