De 30ste nov. 1913 zal het 100 jaar geleden zijn, dat de Prins van Oranje te Scheveningen weer aan land stapte. Indien dit historische feit niet had plaats gehad, dan zou Nederlands volk op dit ogenblik niet die eervolle plaats innemen, die het thans onder de natiƫn inneemt. Daar-om past ons dankbaarheid. Zal echter die dankbaarheid wel gevestigd en gemeend zijn, dan moeten wij ons niet slechts herinneren, hoe groot onze vernedering geweest is, maar moeten wij ook nagaan, wat wij als volk door Gods genade op het ogenblik mogen zijn. Daarom hebben wij gemeend, ons gedenkschrift niet slechts te moeten beginnen bij 30 nov. 1813, maar bij de inlijving van ons land bij Frankrijk en te moeten doorzetten tot op de tegenwoordige tijd.
Joel I: 3 lezen wij: "Vertelt uw kinderen daarvan en laat het uw kinderen hun kinderen vertellen en dezelfde kinderen aan een ander geslacht." In gehoorzaamheid aan dit Schriftwoord bied ik dit Geschrift aan mijn landgenoten aan. De Heere gebiede er Zijnen over, opdat het bij klein en groot dankbaarheid jegens God en liefde voor ons land en Vorstenhuis moge wekken.
J. KUIPER.
Leeuwarden, Januari 1913.