In het hart van de oude wereld leefden de Feniciërs. Maar anders dan de hen omringende volken, zoals de Egyptenaren, Mesopotamiërs, Joden, Grieken en Romeinen, zijn de Feniciërs nauwelijks bekend.
Over dit volk schreef Filon van Byblos ooit de negen boekrollen tellende ‘Fenicische Geschiedenis’. Daarvan resteren alleen nog fragmenten, die weinig vertellen over het verleden van Fenicië, maar wel over de mythologie. De fragmenten gaan over de goden waartegen de samenstellers van de Bijbel zich afzetten en bieden verhalen die de vroegste Griekse dichters inspireerden. Ze zijn weliswaar fragmentarisch, maar uitermate interessant voor classici en godsdiensthistorici.
Filon van Byblos’ ‘Fenicische Geschiedenis’ is tegelijkertijd ook te lezen als het werk van een belezen, Griekstalige geleerde in een welvarende, steeds Romeinser wordende wereld. Hij schuwde de polemiek niet om iets van zijn eigen cultuur te bewaren. Ook al is er weinig over van zijn ‘Fenicische Geschiedenis’, Filon is in zijn doel geslaagd.
Voor ‘Goden en halfgoden’ maakte classicus en Byzantinoloog Hein van Dolen voor het eerst een Nederlandse vertaling van wat er resteert van de ‘Fenicische geschiedenis’. Historicus Jona Lendering schreef de toelichting. Van Dolen en Lendering werkten eerder samen bij de vertaling van Herodotos’ ‘Het verslag van mijn onderzoek’.