Sartadzj Singh, sikh en inspecteur van politie in Bombay, wordt op een ochtend wakker gebeld door een anonieme man die hem de verblijfplaats van Ganesj Gaitonde vertelt, een hindoe bendeleider en een van de meest gezochte criminelen van India. De politie vindt de zwaar beveiligde bunker van Gaitonde maar als Sartadzj de bunker binnenstormt blijkt Gaitonde al dood. Bij hem wordt het lichaam van een dode vrouw gevonden.
Niet lang daarna krijgt Sartadzj opdracht de dood van Gaitonde nader te onderzoeken, een speurtocht waarin zijn eigen leven en dat van anderen weinig waard lijkt. Met de dood van Gaitonde is het machtsevenwicht tussen de twee grootste maffiaclans, die van Gaitonde en zijn moslimtegenhanger Suleiman Isa, ernstig verstoord. Een situatie waarin beide mannen schaamteloos gebruik maakten van de heersende rechteloosheid in India en van de corrupte, nationalistische politici voor wie ze het vuile werk opknapten. Sartadzj' speurtocht voert hem tot in het hart van de maffia en onthult bovendien een complot van apocalyptische proporties.