In de jaren dertig stond de Dienst voor Volksgezondheid in Nederlands Indië bekend als vreemdelingenlegioen voor artsen. Terwijl elders een medicus een plaatselijk examen moest afleggen voor hij in een land kon praktizeren, werden in Indië alle diploma's voor buitenlandse artsen zonder meer geaccepteerd, en er werd niet naar iemands verleden gevraagd. Als gevolg daarvan werkte in de oerwouden van Sumatra en Nieuw-Guinea, maar ook op Java, een vrijgevochten fel-onafhankelijke ploeg dokters van verschillende nationaliteiten.
Anton Zorgdrager valt daar als jong arts tussen en wordt de protegé van Dr. Brzezezinska-Jansen, een Poolse reus, wereldbekend lepra-specialist. 'Gods Geuzen' volgt de leertijd van de jonge dokter in de wildernis, in de schaduw van zijn mentor, en later in bezet Nederland.
Toen het boek na de oorlog verscheen werd het opgehemeld en verguisd. Predikanten preekten ertegen, priesters hielden het de gemeente voor als een getuigenis, Nederlandse critici, die in die dagen geen blad voor de mond namen, noemden het 'een muil voor speeksel', 'het meest indrukwekkende boek van de eeuw', 'een monument van modder' en 'een grandioze roman'.
In het buitenland reageerde men wat rustiger: de New York Times noemde het wereldliteratuur en de Londense Observer schreef 'De Hartog roept in vele instanties het oerwoud en de wildernis overtuigender op dan Joseph Conrad'.
Hoe dan ook, 'Gods Geuzen' is een klassieke roman in onze literatuur; wie eenmaal in de ban van Jan de Hartog is, komt daarvan niet meer los.
Anton Zorgdrager valt daar als jong arts tussen en wordt de protegé van Dr. Brzezezinska-Jansen, een Poolse reus, wereldbekend lepra-specialist. 'Gods Geuzen' volgt de leertijd van de jonge dokter in de wildernis, in de schaduw van zijn mentor, en later in bezet Nederland.
Toen het boek na de oorlog verscheen werd het opgehemeld en verguisd. Predikanten preekten ertegen, priesters hielden het de gemeente voor als een getuigenis, Nederlandse critici, die in die dagen geen blad voor de mond namen, noemden het 'een muil voor speeksel', 'het meest indrukwekkende boek van de eeuw', 'een monument van modder' en 'een grandioze roman'.
In het buitenland reageerde men wat rustiger: de New York Times noemde het wereldliteratuur en de Londense Observer schreef 'De Hartog roept in vele instanties het oerwoud en de wildernis overtuigender op dan Joseph Conrad'.
Hoe dan ook, 'Gods Geuzen' is een klassieke roman in onze literatuur; wie eenmaal in de ban van Jan de Hartog is, komt daarvan niet meer los.