Bij die eerste kerkgang staan meteen camera’s opgesteld, want de Heilige Mis in de St Nicolaaskerk in Amsterdam wordt die zondag live uitgezonden op de nationale tv. Via ‘Uitzending gemist’ ziet Sanders zichzelf terug als kerkganger: ‘Ik ben de man helemaal achterin die niet in beeld wil komen, maar die door een schampschot van de camera toch even wordt aangeraakt.’
Er komt schaamte kijken bij zijn religieuze wending, ‘en wel een onbehoorlijke hoeveelheid’. In zijn jarenlange zoektocht verdiept zijn geloof zich, maar blijft de schaamte daarover hardnekkig. Hij probeert die te bezweren door over zijn hernieuwde geloof te schrijven en te spreken voor radio en tv. De agnost wordt een verkondiger; iemand die niet wil preken, maar het ook niet kan laten zijn religieuze tournure publiekelijk te delen, juist wanneer het schandaal van het kindermisbruik binnen de rooms-katholieke kerk naar buiten komt, juist wanneer de kerk vanwege corona noodgedwongen haar deuren sluit.
Een eigentijdse expeditie op zoek naar God, terwijl de schaamte meekijkt over zijn schouders. Hoe komt het dat een nieuwgelovige zichzelf zo minnetjes weerspiegeld ziet in het publieke oog? Wat heeft God van doen met schaamte?