Goed om hier te zijn begint in Italië, tijdens de zomervakantie. Een mooie jonge vrouw gaat hardlopen, maar komt niet terug. Net als de andere verhalen in deze bundel gaat dit openingsverhaal over mensen die hun plek in de zon proberen te vinden, maar aan de schaduwzijde terechtkomen. ‘Hier en nu’ blijkt voor de meeste vertellers – zoekende twintigers, getrouwde dertigers met kinderen, verlaten veertigers en vijftigers met ouders die zelf weer kinderen worden – minder bestendig dan gehoopt: niets blijft, alles verandert. De vraag is steeds weer: hoe goed is het om hier te zijn?
‘Dan voel ik vrede, in het moment. Dan overvalt mij een zekere rust. Een gevoel, dat het goed is hier te zijn.’