De ouders van Teun hebben het beste voor met de wereld. Samen reizen ze de aarde over om het alom tegenwoordige leed in beeld te brengen. De schrijnende ongelijkheid moet aan de kaak worden gesteld. Vooral voor Teuns vader is de juiste, linkse politieke opvatting van doorslaggevend belang: het bepaalt wat hij leest, wat hij eet en bovenal wie zijn vrienden zijn: één verkeerde opmerking over ontwikkelingshulp, werklozen of krakers en de vriendschap wordt eenzijdig opgezegd. Teuns moeder is minder dogmatisch, maar volgt haar man blindelings. Dat is liefde. Teuns ouders zijn geen snobs, vinden zij zelf. Hun vrienden mogen dan allemaal hetzelfde zijn als zij – links, wit, artistiek en enigszins intellectueel – voor hun kind wensen ze een bredere kijk op de samenleving. Een ervaring die hem leert hoe het échte leven is. En dus sturen ze hem naar De Brug, een ‘volkse’ lagere school zoals Teuns vader dat noemt. Een school vol plat pratende Jordanezen en migrantenkinderen, waar overleven belangrijker is dan een goed rapport. Hier zal de jonge Teun meer leren over het leven dan zijn kosmopolitisch bekrompen ouders lief is.
Goed volk is een persoonlijk boek over een politieksociaal experiment zonder winnaars. Teun van de Keuken weet zijn lezers te fascineren door zijn luchtig beschreven observaties, met oog voor detail, waarbij hij niemand spaart.