Annie Proulx’ personages zijn tegen de achtergrond van het magnifieke en meedogenloze Wyoming nietig, kwetsbaar en onbegrijpelijk vasthoudend. Catlin trekt na een knetterende ruzie met Marc alleen de bergen van Wyoming in. Ze geniet aanvankelijk van haar pasverworven vrijheid, totdat ze één kleine onachtzaamheid later de eenzaamste mens op aarde is. Ook tienermoeder Dakotah, boerenknecht Ray Forkenbrock en een jong en straatarm koppel kolonisten worstelen met hun lot en krijgen te maken met onverwachte problemen, maar dwingen zichzelf om door te gaan. Het zijn allemaal kleurrijke figuren die als geen ander de strijd illustreren tussen wat is en kan zijn, en tussen natuurlijk gegeven en menselijk streven.