Begin 2007 vertrok een bataljon Amerikaanse soldaten - jong en optimistisch - naar Irak om een einde te maken aan de burgeroorlog. Een jaar later keerden ze terug naar huis, voor altijd veranderd. David Finkel bracht acht maanden door bij het U.S. Army’s 2nd Battalion, 16th Infantry Regiment, de ‘Rangers’, in Bagdad en vertelt hun gruwelijke relaas. Het verhaal begint als er al 3000 Amerikanen zijn gesneuveld en 25 000 gewond. Dat zet de zaak meteen op scherp: wat voor verschil maakt het bataljon eigenlijk? Zijn zij wel ‘goede soldaten’? Die vraag vormt de kern van dit woeste, trieste en fascinerende boek. De worsteling van het vrije Westen om elders orde op zaken te stellen, wordt hier op het meest basale niveau voor het voetlicht gebracht: dat van de soldaat die schiet en beschoten wordt.