Goethe en Schiller zeiden beiden over elkaar dat de andere de belangrijkste persoon in zijn leven was geweest. De uitersten raakten elkaar: intuïtie en gevoel bij Goethe, intellect en wilskracht bij Schiller. Hun vriendschap, met al zijn conflicten en spanningen, heeft hen beide tot topprestaties aangespoord. Schiller schreef zijn klassieke drama’s en kreeg ze, met hulp van Goethe, daadwerkelijk opgevoerd. Goethe beleefde dankzij Schiller een tweede creatieve jeugd. Schiller heeft Goethe tegelijk bewonderd, benijd en gehaat. Goethe ervoer de komeetachtige opkomst van Schiller als bedreiging.