Over Stephen Vondels, de Vlaamse auteur die in september 1993 in algemene onverschilligheid door zijn eigen verhaal verslonden werd. Hoe kon het zo ver komen met deze zevende zoon van de inmiddels overleden moeder Anna Schaeverlinghe en een vermaledijde vader, met koning Boudewijn als peter? Patrick Conrad begint deze vernuftige roman noir met Stephens bezoek aan de rouwkapel waar de overleden vorst ligt opgebaard. Hij hoopt inspiratie op te doen voor een nieuwe roman. Een writer’s block houdt hem van de pen. Met zijn cafévrienden Stijve Staf en Herman Dobbelaere komt hij na zijn werk als projectionist in Cinema Tivoli tot plannen voor een nieuwe plot. Hierin zal de verslindend mooie Natascha een perfide rol spelen doordat ze – bij toeval of gewild? – zijn levenspad kruist op het terras van de Monico Meir en hem meetroont naar de Jodenstraat. Wie is die femme fatale die Stephens liefde voor Rosse Magda welhaast doet vergeten? Heeft zij de levens van Tijger Lilly, Stijve Staf en Meester Lasters op haar geweten? En wordt Stephen het volgende, ultieme slachtoffer?