Een arme jonge man vertrekt tijdens de crisisjaren als soldaat naar Nederlands-Indië, vindt daar zijn vrouw en besluit om een uitmuntend militair te worden. Dan vallen in 1942 de Japanners aan en stort het trotse Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) in. Het is het begin van een chaotische, gewelddadige periode waarin man en vrouw elkaar verliezen en de kinderen in hun eigen wereld leven. Uiteindelijk keert het gezin in 1950 berooid terug naar Nederland dat bepaald niet op hen zit te wachten. Via Henk Navest, infanterist bij het koloniale KNIL, en zijn vrouw Trijntje met hun kinderen Ab en Ceel, krijgt de lezer een inkijkje in een bewogen leven. Wat maakten gewone mensen mee tijdens de gewelddadige onttakeling van onze koloniale macht? Hier en daar ontmoet hun ‘kleine geschiedenis’ die van de grote namen, zoals op de rand van het zwembad met de onafhankelijkheidsstrijder Soekarno. Aan de hand van familieverhalen, achtergehouden patrouilleverslagen en unieke dagboekaantekeningen reconstrueert Art de Vos het leven van Henk en Trijntje Navest en hun familieleden, die getuige, slachtoffer én partij waren in dit zwarte hoofdstuk in onze vaderlandse geschiedenis. Art de Vos is historicus en schreef meerdere publieksboeken over historische onderwerpen. Dit is zijn eerste literaire non-fictieboek op basis van een waargebeurde geschiedenis. Hij werkte er tien jaar aan. In het dagelijks leven werkt Art als communicatie-consultant. Zijn levensmotto is: onderzoek het tegendeel. ‘Als iedereen A zegt, mogen wij B niet uit het oog verliezen.’