Buddingh' gedichten over zou schrijven: de Bozbezbozzel, de Zwalm, de Jenk, de vogel Kraps, de Popokatepee, de Krillemonus en de Blokfluithaas. Het werden er bijna tachtig. Buddingh' noemde de gedichten
Gorgelrijmen. Katinka van Haren kwam in 2007 in aanraking met de Gorgelrijmen. Geraakt door de taal maakte ze nog datzelfde jaar een grote collage van Buddingh's eerste Gorgelwezen, de Blauwbilgorgel. Uiteindelijk werden 40 wezens door haar vereeuwigd.