Peter Drehmanns twijfelde over de reünie van zijn 'klas van 1971', een klas op de katholieke jongensschool in het Limburgse Haelen (nabij Roermond), en besloot niet te gaan. Hij stelde zich de jongens voor als de mannen die inmiddels hebben vastgesteld wat er van hun dromen terecht is gekomen. Dat resulteerde in mooie, wrange, trieste, geestige, opbeurende en klaaglijke gedichten op over de mannen die het nu zijn: over Marcel op de grote vaart en over Sjeng 'met beestenbloed onder de nagels'.
De gedichten in "Graafschade" zijn verhalen vol liefde en scheiding, werk en kinderen, dood en geluk; verhalen kortom, die lezen als het logboek van 'Het Leven' zelf. Drehmanns weet op zijn eigen onnavolgbare wijze de portretten te ontdoen van elke opsmuk, alsof de verhalen zichzelf in al hun eenvoud aan hem hebben verteld. Genoteerd in een glasharde stijl, maar altijd vol mededogen, want ja, de dichter is een van hen.
Peter Drehmanns schrijft proza en poëzie. Hij publiceerde eerder de dichtbundels "Hedendaags reisadvies" (2011) en "Onder nog onopgehelderde omstandigheden" (2012).