Je zou ook eens moeten binnenspringen, thuis bij Monique Van den Abbeel. Als ze de deur openmaakt, word je tegelijk begroet door de hond en twee levendige peuters die ze opvangt in crisissituaties. Zelf weet ze ook maar al te goed wat het is om als kind af en toe alleen op de wereld te staan. Binnen krijg je een zuinig knikje van Robin, haar puberzoon van veertien. In de woonkamer staan foto's van Monique op de surfplank, tijdens de tangoles, op het podium tijdens een theatervoorstelling ...
Pas aan de manier waarop ze koffie inschenkt - met een vinger in het kopje - merk je dat er 'iets' met haar is. Monique kan niet zien. Maar dat beschouwt ze zelf niet als een beperking, de anderen soms helaas wel. Haar levensverhaal is een aanstekelijke boodschap van een passionele vrouw die
het woord 'opgeven' niet kent. 'Alleen in de liefde ben ik stekeblind', zegt ze. Maar wie niet?
Pas aan de manier waarop ze koffie inschenkt - met een vinger in het kopje - merk je dat er 'iets' met haar is. Monique kan niet zien. Maar dat beschouwt ze zelf niet als een beperking, de anderen soms helaas wel. Haar levensverhaal is een aanstekelijke boodschap van een passionele vrouw die
het woord 'opgeven' niet kent. 'Alleen in de liefde ben ik stekeblind', zegt ze. Maar wie niet?