Ze komen voor de bomen. Het is 2038. Jacinda (Jake) Greenwood werkt als een overgekwalificeerde tourgids op Greenwood Island in een van de laatst overgebleven bossen ter wereld na de Grote Droogte. De link tussen het eiland en haar familienaam leek altijd toeval, totdat er iemand met een boek over haar familiegeschiedenis verschijnt. We worden terug de tijd in genomen en ontmoeten de rest van de familie Greenwood: Liam, een gewonde timmerman die zijn dood in de ogen kijkt. Willow, een milieuactiviste die vastbesloten is de zonden van haar vader Harris, ooit een groot houtmagnaat, goed te maken. En Everett, een landloper die een vondeling redt en daarmee het lot van de komende generaties bezegelt…