Hoewel je grenzen zelden echt kunt zien, hebben ze in ons hoofd een verregaande invloed. We staan soms uren te wachten om er een over te steken, en leren van jongs af aan hoe ze de wereld verdelen. In alle werelddelen begrenst de mens zijn land van dat van de buren. Die grenzen vormen niet alleen miljoenen kilometers identiteit, maar ook zijn ze een schier oneindige bron van smakelijke geschiedenissen. In Grensstreken onderzoekt Van Bokkum de aantrekkingskracht van grenzen – en vertelt hij de verhalen van de vreemdste voorbeelden. Waar komen de enclaves, de kronkels en de rechte lijnen op de wereldkaart vandaan? Waarom gebruikten grensmakers een liniaal? Bestaat er een land in een land in een land? En zijn er stukken van de wereldbol die geen enkel land claimt?