Jacob van Maerlant zette in 1262 een Oudfranse prozatekst (de Merlin van Robert de Boron) om in Middelnederlandse verzen. Aan dit Boek van Merline voegde Lodewijk van Velthem in 1326 een uitgebreid vervolg toe, gebaseerd op Oudfranse Suite-Vulgate du Merlin. Beide teksten samen geven de complete middeleeuwse Merlijn-biografie.
Uit het nawoord: 'Merlijn dankt zijn ontstaan aan de wens van de duivel om een menselijke representant op de wereld te zetten. Deze zou zo veel mogelijk mensen tot zonde moeten verleiden en zo hun zielen hellewaards moeten brengen. Als hulpmiddel daarbij geeft de duivel Merlijn kennis van het verleden. Het meisje dat als draagmoeder voor dit wezen wordt uitgezocht is echter zo vroom dat God ingrijpt. Hij schenkt het nog ongeboren kind ook de kennis van de toekomst en stelt het zo in staat de duivelse kennis teniet te doen.'