'Een man werkt niet voor zijn vijanden, tenzij hij weinig te kiezen heeft.' Aldus Bernie Gunther. Het is 1954 en Bernie is op Cuba, waar hij aan een gevaarlijke klus probeert te ontkomen. Hij chartert een bootje, maar helaas wordt hij opgepikt door de Amerikaanse kustwacht en belandt voor de zoveelste keer in een gevangeniscel. Na uitgebreid verhoor wordt hij naar Berlijn gebracht. Daar krijgt hij de keuze voorgelegd tussen spioneren voor de Franse geheime dienst of veroordeeld worden voor moord.
Zijn nieuwe baan is eenvoudig. Hij moet krijgsgevangenen verwelkomen die naar Duitsland terugkeren, en daarbij uitkijken naar een specifiek persoon: een Franse oorlogsmisdadiger en lid van de Franse SS, die zich heeft uitgegeven voor een Duitse Wehrmacht-officier. De Fransen willen niets liever dan op meedogenloze wijze afrekenen met deze man. Maar intussen dreigt Bernies eigen verleden als krijgsgevangene hem op volkomen onverwachte wijze in te halen.