In een afgelegen villa woont de tobberige ingenieur Gonzalo Pirobuttiro d Eltino in een haat-liefdeverhouding samen met zijn bejaarde moeder. Hij koestert een diepgewortelde haat tegen de wereld, zijn burgerlijke buren en de analfabete boeren in het dorp. Bovenal ergert hij zich aan de nachtveiligheidsdiensten, grotendeels bestaande uit nietsnutten die zich laten voorstaan op een heldhaftig oorlogsverleden maar wier invaliditeit eerder het gevolg is van syfilis dan van granaten.
Kort nadat Gonzalo weigert gebruik te maken van hun diensten vindt er in de villa een drama plaats. Net zoals in andere romans en novellen van Gadda breekt het verhaal abrupt af en moet de lezer zelf uitmaken wat er precies is gebeurd. De leerschool van het lijden, nu eens grotesk of bijtend sarcastisch, dan weer lyrisch of meditatief, vormt op elke bladzij een waar leesavontuur.