Den Haag werd in de late jaren vijftig en de jaren zestig de grootste beatstad van Nederland: van de Indo-rockers tot de Golden Earring, van Q65 tot Shocking Blue in Den Haag wemelde het van muzikaal talent en klonk het geluid van een nieuwe generatie.
Muziekwinkel Nico Servaas speelde daar een centrale rol in. Nico Servaas, grijsblauwe stofjas, brillcream in het haar, is niet muzikaal, maar heeft wel altijd de juiste apparatuur voor elke muzikant, beginnend of gelouterd. Ze verlekkeren zich aan de glimmende spullen, houden voor even dezelfde gitaar vasthouden als waarop Jimi Hendrix speelt, kopen een te dure versterker op afbetaling en ontmoeten collega-muzikanten Wie niet bij Servaas kwam kwam hoorde er niet bij.
In Haags Speelkwartier vertelt Leo Blokhuis aan de hand van het verhaal van de winkel en zijn klanten het verhaal van de bloeiende muziekscene van de jaren zestig en van de geboorte van de rockmuziek in Nederland.
Muziekwinkel Nico Servaas speelde daar een centrale rol in. Nico Servaas, grijsblauwe stofjas, brillcream in het haar, is niet muzikaal, maar heeft wel altijd de juiste apparatuur voor elke muzikant, beginnend of gelouterd. Ze verlekkeren zich aan de glimmende spullen, houden voor even dezelfde gitaar vasthouden als waarop Jimi Hendrix speelt, kopen een te dure versterker op afbetaling en ontmoeten collega-muzikanten Wie niet bij Servaas kwam kwam hoorde er niet bij.
In Haags Speelkwartier vertelt Leo Blokhuis aan de hand van het verhaal van de winkel en zijn klanten het verhaal van de bloeiende muziekscene van de jaren zestig en van de geboorte van de rockmuziek in Nederland.