Meterslange slepen, glinsterend borduursels in goud en zilver, pastelkleurige baljaponnen met kostbare kanten uit de Belle Epoque… De aanwezigheid van het (stadhouderlijk) hof in Den Haag heeft haar schitterende sporen achter gelaten in de modeverzameling van het Gemeentemuseum Den Haag.
Aan de hand van modieuze kledingstukken uit de 18de tot in de 20ste eeuw, ontvouwt zich het verhaal over de Haagse hofcultuur van weleer. Het betreft topontwerpen van bekende Haagse of buitenlandse modehuizen, vervaardigd voor la fine fleure, ofwel ‘le Monde.’
Door de aanwezigheid van hof, adel, politiek en internationale ambassades, was La Haye mondain en internationaal georiënteerd, zij het nooit té uitbundig. Dit blijkt uit de bewaard gebleven japonnen van hofdames, dames-du-palais en anderen die in hofkringen verkeerden.
Werkelijk uniek is de grote collectie kledingstukken van jonkvrouwe Henriëtte van de Poll (1853-1946), hofdame van koningin Emma, wiens vele brieven een kijkje bieden achter de schermen van het hofleven. De vele anekdotes schetsen een milieu, waarin mode van levensbelang was. Achter elk kledingstuk gaat zo een bijzonder verhaal schuil, dat de geschreven en ongeschreven regels van het Haagse hof bloot legt. Wanneer droeg je een manteau de cour, wat betekende ‘demi-montante’, hoe ging je gekleed in ‘lichte rouw’ en wat bedoelde men met ‘décolleté verplicht’? Het antwoord op deze vragen geef inzicht in een Haagse wereld die voorbij lijkt, maar in veel aspecten nog verrassend actueel is.
Aan de hand van modieuze kledingstukken uit de 18de tot in de 20ste eeuw, ontvouwt zich het verhaal over de Haagse hofcultuur van weleer. Het betreft topontwerpen van bekende Haagse of buitenlandse modehuizen, vervaardigd voor la fine fleure, ofwel ‘le Monde.’
Door de aanwezigheid van hof, adel, politiek en internationale ambassades, was La Haye mondain en internationaal georiënteerd, zij het nooit té uitbundig. Dit blijkt uit de bewaard gebleven japonnen van hofdames, dames-du-palais en anderen die in hofkringen verkeerden.
Werkelijk uniek is de grote collectie kledingstukken van jonkvrouwe Henriëtte van de Poll (1853-1946), hofdame van koningin Emma, wiens vele brieven een kijkje bieden achter de schermen van het hofleven. De vele anekdotes schetsen een milieu, waarin mode van levensbelang was. Achter elk kledingstuk gaat zo een bijzonder verhaal schuil, dat de geschreven en ongeschreven regels van het Haagse hof bloot legt. Wanneer droeg je een manteau de cour, wat betekende ‘demi-montante’, hoe ging je gekleed in ‘lichte rouw’ en wat bedoelde men met ‘décolleté verplicht’? Het antwoord op deze vragen geef inzicht in een Haagse wereld die voorbij lijkt, maar in veel aspecten nog verrassend actueel is.
