In Half heel wordt de liefde bezongen voor een kind, een geliefde, een stervende vader, zusjes, een lap grond aan de rand van de stad, voor de verbeelding. Dwars door die liefde schrijnt de pijn van verlies. Van diersoorten en tailles die verdwijnen, van een wegstervende 20e eeuw en de levens die zij voortbracht, van het verlangen naar volle aandacht voor de dingen. Meedogenloos, maar ook met humor en wijsheid dicht Florence Tonk de wereld aan elkaar. Een krachtige en unieke dichter op haar best.