Hanna woont eind 19e eeuw met haar oma in de gorzen, op een van de Zuid-Hollandse eilanden. Net als haar oma weet ze veel van kruiden en heeft ze de gave door handoplegging pijn te verlichten. Als haar oma sterft, wordt ze keukenmeisje in een groot huis. De zoon des huizes kan zijn handen niet thuishouden en dit blijft voor Hanna niet zonder gevolgen. Noodgedwongen gaat ze samen met haar dochtertje terug naar het hutje in de gorzen. Haar vriendschap met Ella, de dochter van de familie, blijft echter bestaan. Ella, die ernstig mishandeld wordt door haar man, vindt in Hanna een vertrouwelinge en dat zal Hanna’s leven een nieuwe wending geven.
Gerda van Wageningen is met inmiddels meer dan honderd boeken op haar naam een grootheid in de streek- en familieroman. Hanna uit de gorzen is opnieuw een realistische, maar optimistische roman.