Brussel, anno 1994. De verpauperde stegen van de Oude Wijk, door de bewoners ook Schandaalstad genoemd, worden alleen nog bewoond door een bont gezelschap van inheemse en buitenlandse zwervers, van wie velen dakloos en werkloos zijn. Er zijn de kunstschilder Calvin Cox; de ouderwetse idealist Albert Festraets; Duce, de in ltalie opgegroeide Afrikaan die woonruimte verhuurt in pakhuizen, holen en gangen; de dronkaard Bombardon; de gauwdief Urraca; de ranke Senegalese dienster Marilou: de gemotoriseerde in leer geklede Harley Sisters; de Turkse worstelaar Kemal Burdur; de 'superflic' Bruno Raes en vele anderen. De financier 'Charlie' Bremer, top-executive, eigenaar en verhandelaar van bedrijven, wil schoon schip maken met de oude stad en er nieuwe buildings neerpoten. Hij ergert zich dood aan bet verzet daartegen en de trage gang van zaken. Op een dag worden deuren ingeramd, vensters verbrijzeld, scheldwoorden op de muren gespoten. Het is het startsein van een noolt eerder geziene spiraal van geweld. Men vermoedt dat Charlie Bremer erachter zit, maar ook Gonzague de Roode van Le Front Belge, een ultrarechtse club die zweert bij het nazisme. Het geweld escaleert en bet komt tot zware rellen in de Oude Wijk en de rest van Brussel. Tot de pletrol over de Oude Wijk walst. Dan vallen er doden. Calvin Cox ziet twee geliefden omkomen en zegt: 'Of je een oude of een nieuwe stad moet hebben, is hier niet aan de orde, wel of je beulen voor je werk engageert.' Happy Townis een roman over de belangenvermenging tussen ultrarechts en ultrarijk, maar vooral ook over Berkhofs geliefde Brussel en zijn vrees voor bet geweld van extreem-rechts.