Met stukken van Michiel de Hoog, Frank Heinen en Arthur van den Boogaard
Van het geheim van het Duitse voetbal maken de Duitsers geen geheim.
Ze gebruiken hun hersens, laten ze weten. Daarom zal het nog wel even
duren voordat het Nederlandse voetbal op les gaat bij de buren.
Hersens is in Zeist een fenomeen waar men zich als laatste aan vast zal
klampen.
Schrikt de Nederlandse voetbalwereld zich al een hoedje van het gebruik
van statistieken, gooi er nog een goed stel hersens bovenop en in de Zeister
bossen verschuilen ze zich vlug achter een boom.
Wie de hersens wel gebruiken, de Duitsers dus, worden al snel
wereldkampioen,
of spelen sowieso een halve finale zoals Duitsland in
2006 en 2010. In 2014 waren ze te sterk voor iedereen, dankzij de door
Klinsmann in 2004 op gang gebrachte ontwikkeling.
Michiel de Hoog, bekend van zijn stukken voor De Correspondent, zette
al zijn in de loop van de jaren bijeengegaarde kennis op een rij, wat een
stuk heeft opgeleverd dat we zonder overdrijving en in schamel Duits een
eyeopener willen noemen.
Roger Schmidt, Thomas Tuchel, Joachim Löw, Jürgen Klopp en de pas
negenentwintigjarige Julian Nagelsmann van Hoffenheim zijn de nieuwe
boegbeelden van deze vreedzame revolutie van het intellect.
Henk Spaan, Matthijs van Nieuwkerk, Hugo Borst