Jules Deelder schreef zijn vroegste verhalen meer dan een halve eeuw geleden en net als de meester zelf zijn ze onverminderd swingend, modern en veelzijdig. Eerder verschenen al bloemlezingen waarin de muziek en de lach leidend waren. Nu is daar HARDGIN, een woordvondst van Deelder zelf, dat tegelijk de titel is van het openingsverhaal, dat hij speciaal voor deze bloemlezing schreef. HARDGIN vangt het duistere deel van het schrijverschap, dat begint bij de beklemmend lege zondagse straten van Deelders vroege jeugd. Steeds ook voert hij de lezer terug naar de Tweede Wereldoorlog, maar met evenveel lichtvoetigheid naar het mekka van de popcultuur en van de drank en drugs. ‘Die nacht was het gitaarwonder bij mij te gast. Eerst rookten we op een tot zelfmoord nodende tweepersoonskamer met verlaagd plafond in Hotel Centraal nog een paar stevige joints, waarop het plafond een stuk lager kwam te hangen.’ HARDGIN brengt de lezer dicht bij de kern van het schrijverschap van J.A. Deelder.