De zes voornaamste personages uit dit boek - Yvon en Bert, Herman en Roos, de heer Van Booven en Jeanette - gaan in hun vrijages rigoureus tekeer, ten koste van elkaar. Niet te geloven en bizar, hoe zij al hun geluk verspelen door hun rare grillen, door wellust en bezetenheid. Liefdesverhoudingen gaan stuk, en zonder dat ze dat nu willen raken de figuren meer kwijt dan alleen elkaar: hun levensmoed.