In Harlekijntjes miljoenen laat Hrabal zijn oude moeder haar verhaal vertellen vanuit het bejaardentehuis waarin ze met haar man Francin, voormalig bedrijfsleider van de bierbrouwerij, een kamer heeft gehuurd. Het tehuis is gevestigd in een voormalig grafelijk kasteel, hetgeen Hrabals moeder vervult met een nostalgisch verlangen naar de vergane glorie van haar jeugd, en ze denkt terug aan de idyllische jaren op de brouwerij. De komst van het communisme in 1948 vormt een keerpunt: de brouwerij wordt genationaliseerd en overgenomen door de arbeiders, Francin wordt ontslagen en moet met zijn vrouw de dienstwoning verlaten. Hij wordt gezien als verrader van de arbeidersklasse. Vanaf dat moment wordt hij elk uur beluistert. Het is vrijwel zijn enige vorm van communicatie. Boven alles verheft zich de moeder, als pennenvoerder van haar eigen verhaal en als gesprekspartner van de drie getuigen van de oude tijden, totdat ze ook zelf de rol van getuige op zich kan nemen.
De Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal (1914-1997) wordt algemeen beschouwd als een van de grootste schrijvers uit Midden-Europa.