Opgestaan in de nacht wegens propvolle maan dwars door de luiken. De trap af. De eland die we soms hoorden grazen vlakbij in het bos naast het meer lag op het terras. Om alleen te zijn, ging ik rustig (niet op hol slaan) bij hem zitten. Achter de bomen stond het donker ons duidelijk af te luisteren. Hee meneer eland. Hij zei niks.
Nu moet u wat terugzeggen. Wilt u een beetje sla, een appel, kabeldrop? Mijn ouders slapen, ze horen mij niet. We zijn met vakantie hier. Het was een tamme denk ik, hij had geen gewei, hij leek wit in de mist, hij snoof wat voor zich uit, hij had geen honger dat zag je zo, hij keek helemaal niet naar mij.
Hee meneer Eland bevat vrolijke of stemmige gedichten over wat het leven zoal biedt, en over het soms grappige en soms enge ándere leven, dat zich in je hoofd afspeelt.