Op een avond, als Melleke de slaap niet kan vatten en er zomaar wat op los fantaseert, leert ze onverwachts Heikje kennen. De twee meisjes worden hechte vriendinnen. Gaandeweg leert Heikje aan Melleke de knepen van het heksenvak, zoals fluffen dat eigenlijk toveren betekent. Ze neemt haar mee naar Heksenland, waar ze haar voorstelt aan tante Kaat, de beroemde kruidenheks.
Heikje kan alles. De tijd stop zetten bijvoorbeeld of de meester omtoveren in een kikker. Heikje heks is een echte deugniet, maar eentje van de goede soort. Op een echt deugnietje kun je nooit echt boos worden, toch.