Er is iets onheilspellends aan de hand in de verhalen van Ottessa Moshfegh, iets dat haast een beetje gevaarlijk aanvoelt, terwijl ze ook betoverend zijn en je soms hardop aan het lachen maken. Haar personages zijn altijd onhandig op de een of andere manier; ze verlangen naar contact met anderen en proberen hun leven te beteren, elk op hun eigen manier, maar worden vaak gehinderd door slechte prikkels en existentiële onzekerheden. Heimwee naar een andere wereld is een masterclass in de variaties in zelfbedrog via een breed scala aan personages die leven in onze huidige tijd.
Maar het echt unieke aan haar vertelstem, de echte Moshfegh-ervaring, is de manier waarop ze het groteske en wanstaltige verlecht met tederheid en compassie.
Het vlees is zwak, het hout is krom, mensen zijn wreed tegen elkaar, en stompzinnig, en kwetsend. Maar soms openbaart schoonheid zich op vreemde plekken. En de duistere toon in deze verhalen is erg verfrissend. De lezer is in de handen van een auteur met een groot intellect, een groot hart die zich bedient van woedende uithalen en vlijmscherpe kleine speldenprikken. En die naald raakt de gevoelige plek voordat we de prik zelfs maar voelen.