Hélène Dutrieu is aan het begin van de twintigste eeuw een ‘household-name’ van Parijs tot New-York. Haar faam maakt haar tot ideale ambassadrice om de Verenigde Staten te overhalen mee in het WOI bad te trekken, waar ze zelf actief is bij de bescherming van Parijs.
Hélène Dutrieu heeft er zelf voor gezorgd dat het quasi onmogelijk is een hagiografie over haar te schrijven. Haar eigen prestaties durfde ze wel eens te minimaliseren, een rol als feministisch rolmodel wees ze af en voor elk succes dat ze boekte waren er dubbel zoveel tegenslagen. Ondanks de stof die over het tijdsgewricht ligt waarin Dutrieu leefde, zijn heel wat van de obstakels die ze moest overwinnen nog steeds brandend actueel. Hierom alleen al is deze biografie meer dan een banaal ‘portret van’, het is ook het verhaal van een aanslepende ‘battle of the sexes’, een verhaal over moed en volharding, van vallen (letterlijk) en opstaan, van grote en kleine dromen en van een onblusbaar verlangen naar avontuur.