Anna Benjamin groeit op als enig kind. Van haar moeder leert ze in haar kinderdagen de wijsheid van de Hemel en van haar vader de verdrietige geschiedenis van zijn verleden. Haar bijzondere grootmoeder, een vrouw die de taal van de Engelen verstaat, wijdt haar in de Angelologie in, de wetenschap van de Engelen. Maar Anna hunkert naar een leven met een buitenwereld. Als ze oud genoeg is vlucht ze weg van het leven waarin alles om Engelen draait.
Jarenlang lijkt alles goed zoals het is. Tot de dag dat Anna na een ingrijpende gebeurtenis haar vertrouwen in het leven kwijtraakt, ontredderd ziet ze de dood in de ogen. Maar de arts die voor haar leven vecht, geeft niet op, probeert in een laatste poging haar leven te redden en haalt haar recht uit de Hemel terug. Zo wordt ze wakker: in een koude, kille kamer en krijgt ze van de Engelen, ongevraagd en ongewild, een herboren leven terug.
Hier begint Anna's reis: ze laat alles achter en vertrekt zonder bestemming. Ver van huis ontdekt zij de verloren geschiedenis van haar familie, vindt zij de Atlas van de Hemel en leeft ze een magisch verhaal. En dan, dan ontdekt ze een fascinerend geheim.