Amram is een kolossale Abessiniër, Zelikman een broodmagere Frank. Rond het jaar 1000 reist dit dynamische duo langs de zijderoute. De ‘heren van de weg’ verdienen de kost als huursoldaat en kwakzalver, en door goedgelovige omstanders geld uit de zak te kloppen met voorgekookte weddenschappen. Op een dag kruisen ze het pad van de jonge prins Filaq. Hij is de zoon van de vermoorde vorst van het joodse koninkrijk Khazaria. Filaq wil zijn troon opeisen en de heren gaan hem daarbij helpen. Met een bont leger van avonturiers en opportunisten trekken zij van de Kaukasus door het land van Arran naar Khazaria om Buljan, die Filaqs vader heeft gedood, af te zetten. Onderweg beleven ze fantastische avonturen vol actie en spanning, en ontmoeten ze kleurrijke karakters.
Heren van de weg is een geweldige roman van een schrijver die zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Chabons diepzinnigheid, zijn scherpe taalgebruik en zijn vindingrijkheid maken ook dit boek weer tot een enorme prestatie.
