Een schrijver verhuist met zijn gezin naar een buurt waar men verplicht is deel te nemen aan het sociale programma Het Kruispunt. Het is gestoeld op een antiracistische ideologie en verzorgt onder meer workshops over ‘dekolonisatie van de taal’ en discussieavonden over culturele toe-eigening. Aanvankelijk ondergaat de schrijver het allemaal met geamuseerde welwillendheid. Maar de organisatoren worden steeds onverdraagzamer. Wanneer zijn vrouw, Marokkaanse van afkomst, meer en meer in de ban van het programma raakt, dreigt een echtbreuk en is de maat vol voor de schrijver.
Hij zoekt zijn toevlucht bij een groep buurtgenoten die zich van Het Kruispunt heeft afgekeerd: een verbond genaamd Deftig Rechts. Maar ook de snel radicaliserende opstelling van dit gezelschap roept ernstige bezwaren op bij de schrijver. Almaar extremer en gewelddadiger wordt de strijd tussen de twee facties, tot de schrijver besluit dat hem slechts de keuze rest tussen vluchten en zich verzetten.