Om zich rekenschap te geven van het gebeurde zette hij zich aan het schrijven van zijn Souvenirs, die niet voor publicatie bestemd waren en pas in 1893 door een achterneef werden uitgegeven. Ze vormen niet alleen een levendig ooggetuigenverslag van de revolutie, maar laten Tocqueville ook zien als een scherp waarnemer van het politieke toneel, een soms dodelijke portrettist van de hoofdrolspelers en een criticus die hun gedrag precies onder woorden weet te brengen. Daarbij maakt zijn stijl, die ‘een opmerkelijke en haast paradoxale combinatie van degelijkheid en gratie’ is genoemd, dat het boek leest als een roman.