Savannah is een dojo, een dolende jongere. Ze zorgt voor zichzelf door te dansen op het plein voor de basiliek. Maar de politieke partij die aan de macht is, vervolgt deze jongeren.Ze worden opgepakt en zelfs koelbloedig vermoord. Zo is ook Savannah voordurend op de vlucht. De boerderij waar ze samen met andere dojo's onderdak vond, wordt platgebrand en de meesten van haar vrienden komen om. Nu moet ze zeker onderduiken. En dan verschijnt hij opeens. Hij lijkt amper zestien en toch zijn zijn haren wit als de wintervacht van een hermelijn.Op een zomerse dag ziet hij haar dansen: een vurige nimf in de gloed van de avondzon. Niet meer dan een seconde kruist haar blik de zijne. Hij slaat zijn ogen niet neer.Vanaf dat moment volgt hij haar overal, zonder een woord te zeggen, zonder een vraag te stellen. Maar de afstand tussen hen valt niet te overbruggen.
Een knap verhaal dat laat zien dat elke mens zijn waardigheid heeft.