Pessoa hangt zijn betoog over vergankelijkheid en onsterfelijkheid op aan Herostratus, een betoog dat neerkomt op afwijzing van persoonlijke roem bij leven. Pessoa, die wel degelijk een hoge dunk had van zichzelf, verheerlijkt daarentegen “het onbekende genie”: “Wat zal ik over tien jaar zijn – of zelfs vijf jaar? Mijn vrienden zeggen mij dat ik een van de grootste dichters van deze tijd zal zijn.” Pessoa’s houding is beslist ambivalent en het gevolg van het uitblijven van zelfs maar het geringste literaire succes. Zo toverde hij het ontbreken van roem bij iemands leven om in een voorwaarde voor eeuwige roem, die per definitie postuum moest zijn. Hoewel Pessoa in zijn intrigerende beschouwing slechts onversneden lof heeft voor Homerus, Vergilius en Dante en zelfs kritisch is ten opzichte van Shakespeare en Goethe, heeft hij wat hemzelf betreft merkwaardigerwijs gelijk gekregen.
Een even briljante als geobsedeerde beschouwing over beroemdheid, onsterfelijkheid en vergankelijkheid.