Na de plotselinge dood van haar man, met wie ze 21 jaar gelukkig is geweest, komt Rosa Montero in een diepe depressie terecht. Bij toeval krijgt ze het dagboek in handen dat Marie Curie bijhield na de dood van haar man Pierre in 1906. Het beschrijft het bijzondere levenspad van Curie, die we hier leren kennen van een volkomen onbekende kant.
De vondst zet Rosa Montero aan tot dit heel persoonlijke boek, waarin zij beschrijft wat er met haar gebeurde na het verlies van haar grote liefde. Zij schrijft over het overwinnen van pijn, de verhouding tussen mannen en vrouwen, over de reddende kracht van de literatuur, en over de wijsheid van mensen die hebben leren leven met verlies en rouw. Voortdurend spiegelt zij zich aan wat Marie Curie in haar dagboek noteerde over het omgaan met verlies en het hervinden van levenszin. Dat dagboek is opgenomen aan het einde van dit boek.